Jesse Aarden: AI is noodzaak voor duurzame gezondheidszorg

“Als je op het gebied van technologie en Artificial Intelligence verbindingen wilt maken en elkaars data wilt gebruiken, dan moet je wel samenwerken”, zegt Jesse Aarden, initiatiefnemer van het Smart Health and Vitality Lab van de Hogeschool van Amsterdam. “Daarvoor is een goed netwerk nodig, en dat is wat Smart Health Amsterdam biedt.”

Met meer dan 48.000 studenten verspreid over zeven faculteiten is de Hogeschool van Amsterdam volgens Aarden een belangrijk onderdeel van de stad. Desondanks, zegt hij, “zijn we vrij intern geweest, gericht op onderwijs. In het afgelopen decennium realiseerden we ons dat we meer moesten doen dan dat, dat we een bredere impact moesten hebben op de stad Amsterdam.” Het partnerschap van de HvA met ons initiatief Smart Health Amsterdam ondersteunt die vastberadenheid om een verschil te maken. Essentieel voor het werk van het Lab is de mogelijkheid om contacten te leggen en samen te werken met anderen op het gebied van biowetenschappen en gezondheid.

Toepassing van AI-oplossingen

Het Smart Health and Vitality Lab is onderdeel van het Centre of Expertise Applied AI van de hogeschool, dat toonaangevend is in de ontwikkeling van AI-toepassingen. Het Centre of Expertise is opgezet zodat studenten goed voorbereid aan de slag kunnen met wat Aarden omschrijft als de steeds grotere rol van AI. “Kunstmatige intelligentie is overal: Spotify en Netflix, de camera’s op straat. We willen onze studenten bewust maken van het belang van AI voor hun toekomstige beroep. En dat het in een financieel beroep anders is dan in de zorg.”

Het Smart Health and Vitality Lab werkt samen met studenten van de faculteiten Gezondheid, Sport & Voeding en Technologie om data science toepassingen te ontwikkelen voor gezondheidszorg en welzijn. Een vroeg voorbeeld was het REACH+ project, dat de revalidatie thuis volgde van COVID-19 patiënten na een intensive care opname. Activiteit, hartslag, zuurstof en ervaren vermoeidheid werden dagelijks in realtime gemonitord met sensoren. De meetwaarden werden deels automatisch geregistreerd via een verbinding met de smartphone van de patiënten en deels door data handmatig in te voeren. De resultaten werden gebruikt om patiënten te ondersteunen en zorgverleners te helpen betere zorg te bieden. Het project was een leermoment voor zijn onderzoeksgroep, zegt Aarden. “Het continu monitoren van lichamelijke activiteit is relatief eenvoudig. Maar het monitoren van zuurstof en hartslag was op dat moment nog een hele uitdaging. We realiseerden ons dat als we dat willen doen, we de zaken wat anders moeten organiseren en nog nauwer moeten samenwerken met datawetenschappers.”

Optimaal herstel

De lessen uit REACH+ worden verwerkt in andere projecten zoals OPRAH (Optimal Physical Recovery after Hospitalisation). Dit project beoordeelt het effect van lichaamsbeweging en voeding op oncologiepatiënten die thuis herstellen na een zware operatie. Data die via continue monitoring is verzameld, wordt gebruikt om patiënten en zorgverleners te adviseren over nodige veranderingen om het herstel te optimaliseren. Het project is nog in een pril stadium. Het doel is, aldus Aarden, een databank op te bouwen die de klinische besluitvorming ondersteunt en de patiënten aanwijst bij wie de revalidatie in het gedrang kan komen door een combinatie van een gebrek aan goede voeding en onvoldoende lichaamsbeweging.

Voorspellende AI-modellen

De volgende stap voor het Lab is het bouwen van voorspellende modellen met AI-technologie, die de gezondheidszorg op langere termijn verbeteren, risico’s vroegtijdig identificeren en preventieve gezondheidsinterventies ondersteunen. Aarden is specialist in ouderenzorg en gelooft dat AI op dit gebied een enorme rol kan spelen in het bevorderen van langdurige gezondheid en vitaliteit. “Zoveel factoren spelen een rol, vooral bij de geriatrische populatie, niet alleen fysieke activiteit en voeding.” AI kan bijvoorbeeld een verhoogd risico op vallen detecteren. “We kunnen zien dat iemand langzamer loopt dan in het verleden,” zegt Aarden, “en dat is een risico-indicatie voor vallen.” Door patiëntendata te gebruiken bij het identificeren en classificeren van risiconiveaus en -factoren, kan AI de patiënten en de maatschappij als geheel ten goede komen. “Zo kunnen we in actie komen voordat patiënten naar de huisarts gaan en vervolgens naar het ziekenhuis. Laten we kijken of we dat kunnen voorkomen.”

Theorie en praktijk

De HvA is gespecialiseerd in toegepast onderzoek. Aarden omschrijft dat als een theoretische invalshoek, gecombineerd met concrete, innovatieve praktijktoepassingen. “Veel partijen zijn in ons geïnteresseerd, omdat we veel contacten in het veld hebben”, legt hij uit. “We staan dicht bij de patiënten, de verpleegkundigen en therapeuten. Dat heeft een directe impact op ons onderzoek. We werken met hen samen, luisteren naar hen en passen ons onderzoek aan. We houden altijd in gedachten: wat is de impact voor die patiënt in die situatie?”

Slimme oplossingen zijn nu nodig

Aarden benadrukt het belang van de focus van zijn Lab op data- en AI-innovaties die de lasten voor zorgverleners verlichten. “Je kunt niet elk probleem oplossen”, zegt hij, “Maar als we dezelfde standaard van gezondheidszorg willen kunnen leveren, moeten we met slimme oplossingen komen. En we moeten de zorgverleners ondersteunen.”

Minder tijd besteden aan administratie – door een automatische overdracht van informatie naar elektronische patiëntendossiers met behulp van smartphones of tablets – is een manier om dit te doen, net als het gebruik van sensoren en wearables om patiënten te monitoren. Ook text mining en natuurlijke taalverwerking kan worden gebruikt om elektronische gezondheidsdossiers te analyseren voor het opsporen van functionele niveaus. Dergelijke digitale oplossingen zijn van essentieel belang, gezien de personeelstekorten en de steeds hogere eisen die aan zorgsystemen worden gesteld: “Het bespaart tijd die je aan je patiënten kunt besteden. Ik zeg niet dat de werkdruk minder zal worden, want er is altijd veel werk, maar we zullen in ieder geval nog steeds in staat zijn om gezondheidszorg te leveren aan onze bevolking.”

Implementatie opschalen

Naast aandacht voor innovatie is er volgens Aarden ook behoefte aan een betere implementatie van de technologie die al beschikbaar is en aan een betere samenwerking en coördinatie binnen de zorg. “Je ziet dat er allerlei initiatieven zijn, en elke zorgverlener heeft zijn eigen systemen, maar het is niet met elkaar verbonden. We moeten technologie niet alleen in een enkele praktijk implementeren, maar in meer praktijken. We moeten samenwerken.” Hij vreest dat niet iedereen in de gezondheidszorg het belang inziet van samenwerken om op korte termijn met praktische oplossingen te komen. “We hebben onze studenten en zorgverleners nodig om open te staan voor verandering”, waarschuwt hij. “Het gaat niet alleen om het systeem, maar ook om hoe we onze zorgverleners kunnen helpen het systeem echt te gebruiken, te vertrouwen en de kloof in de gezondheidszorg te overbruggen. De technologie is er. Nu is het tijd om dat uit te rollen.”

Netwerk voor verandering

Het stimuleren van samenwerking binnen het smart health ecosysteem is een belangrijke stap in het bereiken van het doel van de gemeente Amsterdam: een gezondere stad. Een initiatief als Smart Health Amsterdam is daarom heel nuttig, meent Aarden. “We hebben te maken met een heleboel complexe vraagstukken”, zegt hij, “en we moeten samenwerken om de problemen op te lossen. Het Smart Health-netwerk is daar een goed voorbeeld van.”

5 juli 2022

Meer weten over

Neem contact op

Deel dit artikel

#slimgroengezond

Wil je meer van dit soort artikelen?
Volg ons dagelijks op LinkedIn, X en schrijf je in voor onze Board Update.

Lees ook deze berichten