Schneider Electric: ‘We moeten de hersens uit de mouwen steken’

The Core, het nieuwe hoofdkantoor van vastgoedbedrijf CBRE aan de Schinkelkade in Amsterdam, is een visitekaartje voor duurzame gebouwen anno nu. Van een oud gebouw werd daar een nieuwe, gezonde en duurzame werkomgeving gemaakt. Hoofdleverancier van de technologie in dat gebouw? Schneider Electric. “We zijn niet zo’n bekende naam”, zegt Debby Slofstra. “Maar iedereen kent onze spullen. Als je thuis een groepenkast hebt hangen is de kans groot dat ‘ie van ons is. We maken wandcontactdozen, maar ook laadpalen, slimme panelen, gebouwbeheersystemen, transformatoren en noem maar op. Tegenwoordig zijn bijna al onze producten connectable. Dat houdt in dat we veel meer weten omdat we continu factoren binnen de slimme omgeving monitoren, waardoor we weten wat er aangepast kan worden. Zo breng je duurzaamheid dichterbij.”

Als het aan Slofstra ligt komen er veel meer The Core-achtige gebouwen in de Metropool Amsterdam. “Net als elke grootstedelijke regio staat het hier vol met gebouwen: gebouwen waar we in wonen, gebouwen waar we in werken en distributiecentra. Als we grote vooruitgang op het gebied van duurzaamheid willen boeken móeten we daar dus wel naar kijken.” Precies daarom meldde ze zich aan als lid van de Network Council. “Ik kende de Board al een paar jaar, maar wilde me pas aanmelden als ik het gevoel had dat wij ook echt een bijdrage konden leveren. Dat gevoel was er begin dit jaar.”

Duurzaam innoveren

Samen met de andere Network Councilleden wil Schneider zich inzetten voor meer duurzaamheid in innovaties. “De Board is daarbij de regisseur in de driehoek overheid, leverancier, klant. Bedrijven innoveren, klanten vragen om duurzaamheid en de overheid bemoeit zich daar ook nog mee. De Board houdt die drie in balans door ze samen te brengen.”

Collega’s van Schneider zijn nu betrokken bij de initiatieven LEAP en AMDEX. LEAP staat voor Lower Energy Acceleration Program en richt zich op energiebesparingen in datacentra. Amsterdam Data Exchange werkt aan een betrouwbare datamarkt.

Slofstra: “Wij doen wereldwijd al heel veel in datacenters en kunnen daar veel kennis over delen. De eerste stap daarvoor is dat we de energie die in die datacentra verbruikt wordt beter moeten monitoren. Het is een cliché, maar: meten is weten. Alleen door te meten weten we op welke momenten er veel en weinig energie verbruikt wordt en kunnen we piekbelasting voorkomen. Ook kunnen we door monitoring beter voorspellen waar er onderhoud nodig is of welke onderdelen binnenkort vervangen moeten worden. Het mooie aan dit programma is dat we de kennis die we hier opdoen ook kunnen gebruiken voor distributiecentra. En uiteindelijk kun je ook in alle andere gebouwen de energievoorziening alleen maar slim managen als je goed meet.”

Vol met sensoren

Dat is precies wat er ook gebeurt in het gebouw The Core. “Dat gebouw hangt vol met sensoren. Alles daar is connected of tenminste connectable. De beheerders van het gebouw weten welke ruimtes er gebruikt worden, gebruikers kunnen op een dashboard zien of hun auto al is opgeladen, hoe schoon de lucht in hun ruimte is en waar er een werkplek vrij is. Doordat die data zichtbaar is kun je er beleid op maken. Stel dat je na enige tijd vaststelt dat er op vrijdag nauwelijks iemand op kantoor is: dan kun je ervoor kiezen om maar twee verdiepingen open te gooien en zo te besparen op energie en schoonmaak.”

Doordat er uit al die sensoren van Schneider Electric enorm veel data komt, is het Board-initiatief AMDEX interessant voor het bedrijf. “Wij leveren standaardrapportages aan onze klanten, die uitgebreid kunnen worden met softservice informatie. Denk daarbij aan sensorbased cleaning: hoeveel capaciteit is er die dag nodig in het bedrijfsrestaurant en waar moet er pro-actief onderhoud gepleegd worden?”

De nieuwe digitale stad

Voor de verduurzaming van de regio is de komende jaren veel technisch personeel nodig, op alle niveaus. Schneider Electric investeert daarom in onderwijs. Het bedrijf leverde een bijdrage aan het Huis van de Toekomst van de Hogeschool Utrecht en is partner van de TechnoHUB in Woerden, voor techniekonderwijs op alle niveaus. Zelf heeft Schneider Electric ook trainees in dienst. “Onderwijsinstellingen kunnen verbindend werken, zowel op landelijk, als op regionaal niveau. Elkaar nog beter weten te vinden en zo samenwerking stimuleren is essentieel voor de ontwikkeling van de nieuwe digitale stad.”

Omdat Schneider Electric kort voor de lockdown lid werd van de Network Council maakte Slofstra slechts één live event mee. “Ik vind het dus moeilijk om iets te zeggen over wat beter kan. Ik zie in elk geval veel kansen. De Board werkt met kleine overzichtelijke groepjes van specialisten aan bepaalde thema’s, daarmee zorg je ervoor dat die netwerkgedachte echt in de haarvaten van een organisatie terechtkomt. Dat moet dus zeker blijven. “Wellicht kunnen deze specialistische groepen in de toekomst genetwerkte diensten aanbieden bij nieuwe projecten in de stad en regio. Daarbij treden ze dus als één partij naar buiten. Dan kun je je focussen, vaker successen vieren en daarmee ook naar buiten treden. Dat vergroot de aantrekkingskracht.”

Mogelijkmakers

Vaart maken met die verduurzaming: dat is wat Slofstra wil. “Een paar jaar geleden stapte ik over van de IT naar de bouw omdat ik het gevoel had dat ik daar een grote bijdrage zou kunnen leveren, vooral op het gebied van duurzame innovatie. Amsterdam en de regio eromheen staat al heel lang bekend om innovatie. Het is een regio vol mogelijkmakers. Ik hoop dat we over vijf jaar de leefbaarheid hier verder vergroot hebben met duurzame innovaties. Dat we de hersens uit de mouwen hebben gestoken en zo laten zien dat het kan.”

Meedoen?

Wil je ook aansluiten bij een van de initiatieven van de Board en lid worden van de Network Council? Klik dan hier.