Let op, dit is geen voorspelling: vier extreme toekomstbeelden voor de Metropool Amsterdam

Een harde reset van de economie. Zo zou je de gevolgen van de coronacrisis kunnen omschrijven. Op het moment van schrijven kunnen organisaties stapsgewijs opstarten, al moeten ze dit doen binnen de context van de anderhalvemetersamenleving. Wordt dit het ‘nieuwe normaal’ of kunnen we over een tijdje weer nauwer contact hebben met elkaar? Terug naar hoe het was lijkt niet waarschijnlijk. En het is ook maar de vraag of dat wenselijk is. Deze economische pauze zal ook gebruikt worden om zaken anders te gaan aanpakken.

Dit artikel is geheel geüpdatet en voorzien van nieuwe visualisaties in september 2020.

Hoe scenario’s bedrijven en overheden hun plannen helpen vormgeven

Niet alleen de coronacrisis, ook de energietransitie, de circulaire transitie en de digitale transitie zullen het leven in de Metropoolregio Amsterdam flink op zijn kop zetten. We gaan richting een fossielvrije, circulaire economie. En we streven naar een verantwoorde digitale en inclusieve samenleving. Hoe we daar precies kunnen komen, weten we niet, dat hangt onder andere af van de wereld om ons heen. Om desondanks grip te krijgen op die toekomst, gebruikt de Metropoolregio Amsterdam vier extreme toekomstbeelden. Maar wat kunnen we eigenlijk met dit soort scenario’s?

Het is 2040. Instabiliteit kenmerkt het wereldtoneel. Protectionisme, nationalisme en populisme hebben de wereldhandel verlamd. Zelfs Europa bleek niet bestand tegen Brexit, Nexit en Frexit. Nationale overheden die nog wel in de EU zitten hebben bevoegdheden van de Europese Commissie teruggepakt en acteren vanuit economisch eigenbelang. Internationale coördinatie en (naleving van) klimaatafspraken is er nauwelijks, hoewel de gevolgen van klimaatverandering steeds zichtbaarder zijn. Landen en regio’s sluiten onderling allianties om toch sterk te kunnen staan.

Hoge werkloosheid als gevolg van afgenomen internationale handel en digitalisering hebben voor chagrijn en verdeeldheid in de samenleving gezorgd. Er is weinig oog en zorg voor de ander, voor de lange termijn, voor het milieu. Het heersende levensmotto? ’Zelf je hoofd boven water houden.’

Klinkt gezellig, vind je niet?

We gaven je een klein inkijkje in het scenario ‘International Alliances’, een van de vier toekomstbeelden die de Metropoolregio Amsterdam  gebruikt om zich voor te bereiden op een onzekere toekomst. Zo’n scenario is geen voorspelling van de toekomst, geen prognose, maar een voorstelling, een mogelijkheid.

Hoe scenario’s zorgen voor grip

De energietransitie, de circulaire transitie en de digitale transitie zullen ons leven flink gaan veranderen. Om te weten hoe we transities kunnen versnellen, hoe we kunnen profiteren van kansen en hoe we risico’s het hoofd kunnen bieden, moeten we weten wat de context is waarbinnen deze transities plaatsvinden.

Bedrijven en overheden hebben een beeld nodig van de wat verdere toekomst om slimme keuzes te kunnen maken op het gebied van energie-, grondstoffen- en mobiliteitsbeleid. Moet de overheid zelf het voortouw nemen in het uitrollen van meer duurzame energie? Moet afval beter gescheiden worden, of moeten overheden zo inkopen dat er straks geen afval meer bestaat?  Moeten overheden meer investeren in elektrisch vervoer of juist in vervoer op waterstof? Moet de overheid de rol van launching customer spelen of juist wachten tot bedrijven dit oppakken?
De scenario’s helpen bij het formuleren van antwoorden op dit soort vragen. Ze geven inzicht in de tijdgeest, in maatschappelijke waarden, de plaats en rol van belangrijke stakeholders en dominante krachten. Ze bieden, kortom, handelingsperspectief bij het richting geven aan de transities.

Zeker en onzeker

Sommige ontwikkelingen zijn relatief zeker. Denk bijvoorbeeld aan vergrijzing, verstedelijking, klimaatverandering of aan de razendsnelle ontwikkeling van technologie.
Er is echter ook veel onzeker. Zullen de klimaatafspraken van de Parijs-akkoorden worden nageleefd en zo de energietransitie versnellen? Wat is de impact van technologie op de arbeidsmarkt? Zet digitalisering als gevolg van mondiale standaarden en afspraken door of remmen (ethische) discussies de inzet van nieuwe technologie? Hoe lang duurt het voordat er meer biobased dan fossiele grondstoffen worden gebruikt? Zullen er wereldwijd nieuwe, circulaire grondstoffenstromen ontstaan of blijven we voornamelijk lokaal recyclen? En zijn de veranderde omgangsnormen en werkwijzen uit de coronacrisis blijvend?

Hoe de transities zich zullen ontvouwen, is afhankelijk van een groot aantal factoren die met onzekerheid zijn omgeven. Het gebruik van scenario’s helpt ons om in deze context van onzekerheid toch uitspraken te kunnen doen over de toekomst en robuuste keuzes te kunnen maken.

Wij, de Amsterdam Economic Board , namen in 2012 het initiatief voor scenariodenken in de metropoolregio Amsterdam. We hadden behoefte aan een instrumentarium om te kunnen inspelen op toenemende onzekerheden en lieten ons daarbij inspireren door Shell, een van onze leden en een bedrijf dat al veel langer met scenario’s werkt. In samenwerking met overheden, bedrijven en kennisinstellingen hebben we toen scenario’s ontwikkeld voor 2025. Inmiddels zijn deze geüpdatet naar 2040.

Shell en de Club van Rome doen het ook

Zoals gezegd is scenariodenken is niet nieuw. Het werd al tijdens de Koude Oorlog toegepast, onder meer door futurist Herman Kahn. “Scenario’s zijn pogingen om tot op zeker detailniveau een hypothetische volgorde van gebeurtenissen te schetsen die aannemelijkerwijs kunnen leiden tot een bepaalde situatie”, schreef Kahn in 1967 in zijn boek The Year 2000: A Framework for Speculations on the Next Thirty-Three Years.

Shell en de Club van Rome zijn andere bekende toepassers van scenariodenken. Zo zouden Shells ‘1973-scenario’s’ ervoor hebben gezorgd dat het bedrijf in vergelijking met collega-oliereuzen relatief weinig te lijden had onder de oliecrisis in de jaren zeventig.

Het rapport Grenzen aan de groei van De Club van Rome uit 1972 maakte ook gebruik van scenario’s. Over dat rapport ontstond veel ophef, omdat niet iedereen begreep dat De Club van Rome geen voorspellingen deed over de toekomst, maar voorstellingen maakte van die toekomst.

Misverstand: scenario’s zijn géén prognoses

Dat misverstand over scenariodenken zien we vaker terug en daarom benadrukken we het hier nog maar een keer: de scenario’s in deze longread zijn geen prognoses. Wij denken niet echt dat de wereld er zo uit komt te zien, maar we houden bij het nadenken over de transities en de toekomst van onze regio wel rekening met de extremen.

In een college aan de MRA University in mei 2020 legt Michiel de Vries van strategisch adviesbureau Jester het zo uit:

De toekomst proberen te voorspellen gaat vaak mis. Zo kon Computerexpert Ken Olsen zich in de jaren 70 onze huidige thuiswerkmodus niet voorstellen. ‘There is no reason for any individual to have a computer in their home’.  Ook met scenario’s kun je de toekomst niet voorspellen. De kern van het werken met scenario’s is juist het werken met onzekerheden. Zaken die een grote invloed hebben op de toekomst, maar die men zelf niet rechtstreeks kan beïnvloeden. Niet voorspellen dus, maar voorstellen.

“Door scenario’s te gebruiken sorteer je niet voor op één toekomstbeeld”, legt Willem Stokman uit. Stokman is ruimtelijk-economisch adviseur van de gemeente Amsterdam en was verantwoordelijk voor de strategie ‘Ruimte voor de economie van morgen’ waarvoor hij de vier MRA-scenario’s gebruikte.

“Je houdt rekening met meerdere toekomsten, die allen plausibel en denkbaar zijn. Hierdoor hoef je ook geen standpunt in te nemen over bepaalde voorspellingen, want zelfs de meest gerenommeerde economen verschillen onderling in hun visies op en voorspellingen over de toekomst. Scenario’s gaan er bovendien van uit dat het mogelijke toekomsten zijn die je kunnen overkomen, of je ze nou wenselijk vindt of niet. Hiermee voorkom je ook een soort wensdenken.”  Scenario’s vormden zo een soort neutrale, breed gedragen argumentatie waarop Stokman goed verder kon werken.

De vier toekomstscenario’s zijn al regelmatig gebruikt in onze regio, bijvoorbeeld om na te denken over oplossingen voor drukte in de stad of om voorgenomen beleid aan een stresstest te onderwerpen.

Wijzelf gebruikten de scenario’s bij het nadenken over de circulaire economie: we onderzochten de rol van duurzaamheid in elk van de vier scenario’s wat hielp bij de strategische discussies hierover. Zo zagen we dat er meerdere, plausibele transitiepaden zijn en dat circulariteit meerdere dimensies heeft. Het scenariodenken voorkwam wensdenken en hielp ons nadenken over hoe we ook met tegenwind gestelde doelen kunnen bereiken.

De scenario’s voor de Metropoolregio Amsterdam

Voor de scenario’s voor de Metropoolregio Amsterdam gebruiken we twee zogenoemde kernonzekerheden. Twee onzekerheden die mede bepalen hoe de toekomst zich verder gaat ontwikkelen: samenleving/economie en Europa. We kozen voor deze twee thema’s omdat ze het hoogst scoren op (potentiële) impact en onzekerheid. Als partijen in de metropoolregio hebben wij op deze thema’s weinig invloed; ze overkomen ons en wij moeten er mee omgaan.

Verdeeld of verenigd Europa

In de twee scenario’s aan de bovenkant van het assenkruis is Europa verenigd. Dat zorgt ervoor dat Europa internationaal een machtsblok is. Binnen Europa bestaat er een vrije markt voor goederen, personen, diensten, kapitaal en data. Als gevolg hiervan zijn de belangrijke economische centra in de Europese landen goed met elkaar verbonden. Binnen Europa wordt samengewerkt, met de buitenwereld wordt geconcurreerd. Europa is een aantrekkelijke markt, dankzij haar grootte en interne harmonisatie en standaardisatie van regels en eisen. Europa werkt met innovatiemissies, en zet daarvoor innovatiefondsen in, in de vorm van subsidies en in de vorm van investeringen.

In de twee scenario’s onderin het assenkruis is Europa verdeeld. Dat zorgt dat landen zelf hun rol op het internationale toneel moeten spelen. Aan de interne Europese markt is een einde gekomen.  Het vrije verkeer van mensen en goederen is niet Europees, soms wel bilateraal tussen landen geregeld. Een goede verbinding tussen de Europese economische centra komt moeizaam tot stand na veel onderhandelen. De internationale blik is niet naar Brussel maar rechtstreeks naar andere regio’s gericht. Omdat Nederland meer op zichzelf is aangewezen, is het belangrijk om meer zaken op eigen grondgebied en met eigen middelen op te lossen. De samenwerking binnen Nederland is belangrijk. Er is meer aandacht voor de nationale behoeften en mogelijkheden.

Top down of bottom up sturing

In de twee scenario’s aan de linkerkant wordt de economie van bovenaf gestuurd. Er is een situatie van vrijhandel met weinig tot geen handelsbarrières, waardoor grote multinationals floreren. Zij hebben een grote investeringskracht en richten zich op kostenefficiency in mondiale productieketens en afzetmarkten. De multinationals beschermen hun eigen belangen en kennis. De consument is afwachtend en accepteert diensten en producten die niet op maat gemaakt zijn, zolang de prijzen maar laag zijn.

In de twee rechterscenario’s komt de economische kracht van onderaf. Kleine bedrijven, bewoners en collectieven nemen het initiatief. De economie is lokaal gericht en maatwerkproducten zijn standaard. Doordat productieketens en afzetmarkten klein zijn, zijn de prijzen relatief hoog. Concurrentie vindt lokaal plaats, het wereldwijd beschermen van kennis en belangen is niet nodig. Deelconcepten, open innovatie en andere waardemodellen passen hierbij.  Er is sprake van protectionisme en handelsbarrières tussen landen of machtsblokken, waardoor internationale concurrentie minder van belang is.

Door de twee onzekerheden elk op een as te zetten, ontstaan vier kwadranten. Elke kwadrant is een scenario waarin de twee extremen van een as worden gecombineerd. Zo ontstaan er vier scenarioverhalen.

We gebruiken toekomstscenario’s om de route te verkennen naar een slimme, groene en gezonde Metropool van de toekomst. Daarvoor is het belangrijk om een gezamenlijk vertrekpunt van de huidige context en feiten van de regio Amsterdam te hebben. We lichten een aantal ontwikkelingen uit die de regio kenmerken.

Uitgangspunt: hoe staat de MRA ervoor in 2019 en 2020?

De Metropoolregio Amsterdam wordt relatief hard geraakt door de coronacrisis. Dit komt door haar internationaal gerichte economie, met een belangrijke rol voor Schiphol, en het relatief grote aandeel van toerisme, horeca en cultuur. Hier vallen grote klappen door het sluiten van grenzen voor personenvervoer, de lockdowns en recessie wereldwijd en de anderhalvemetersamenleving waarin bedrijven stilvallen of maar op halve kracht vooruit kunnen en grote bijeenkomsten nog uit den boze zijn. De situatie is nog niet echt goed te overzien, laat staan gestabiliseerd. Laten we daarom terugkijken naar 2019:

De MRA heeft een hoogwaardige diensteneconomie met aantrekkelijke voorzieningen.
Rondom Amsterdam ontwikkelt zich een metropool van formaat, die zich uitstrekt van Zandvoort tot Lelystad, van Heemskerk tot Hilversum en van Beemster tot Haarlemmermeer. Een stedelijke regio die functioneert als één grote stad met 2,5 miljoen inwoners, 300.000 bedrijven en 1,5 miljoen banen. Een regio die één van de economische groeimotoren en belangrijkste sociale knooppunten van Nederland is en die meedoet in de internationale top.

De regio is ondernemend. Er zijn vele (in-)formele netwerken die creativiteit en innovatie bij elkaar brengen. Er wordt samengewerkt tussen overheden, bedrijven en kennisinstellingen, en er zijn veel bewoners en burgerinitiatieven. De economische startpositie is gunstig, met een lage werkloosheid en een hoog opgeleide bevolking. In de regio concentreert zich een kenniseconomie met universiteiten, hogescholen, kennisinstituten, het Science park en een Life Science en Health cluster. De economische groei wordt vooral gedreven door commerciële diensten. De werkgelegenheid leunt sterk op ICT, zakelijke dienstverlening en consumentendiensten. Tegelijkertijd is het Noordzeekanaalgebied van oudsher een belangrijk industrieel cluster.  Voor de nationale economie is de MRA een belangrijke economische motor met een aandeel van ongeveer 20% in het BBP.

Goede fysieke en digitale verbondenheid

De Metropoolregio Amsterdam gedijt in de combinatie van internationale verbondenheid met andere steden en een lokale, diverse economie. De economie draait in hoge mate op de internationale positie van de regio, die in belangrijke mate wordt ondersteund door de mainports Schiphol en de haven, en het digitale knooppunt AMS-IX. In de regio concentreren zich veel datacenters en deze concurreren direct met andere toplocaties in Europa als Londen, Parijs en Frankfurt.

Het internationale succes van de stad Amsterdam – die tegenwoordig steevast hoog op de lijstjes van ‘global cities’ prijkt – zorgt voor groei van werkgelegenheid waar de hele regio van profiteert. Tegelijkertijd versterkt dit succes een aantal grote en complexe opgaven waar de metropoolregio voor staat. De woningmarkt staat onder hoogspanning, de tekorten op de arbeidsmarkt lopen op, op diverse plekken zet toerisme de leefbaarheid onder druk, het mobiliteitssysteem heeft haar grenzen bereikt en de sociaaleconomische verschillen binnen de regio groeien.

Knelpunten in de groene en gezonde regio

De regio is één van de meest leefbare steden in Europa op het gebied van toegang tot voorzieningen. Maar we zien dat op het gebied van milieu de regio achterblijft. Met name rondom geluidshinder en luchtkwaliteit scoort de regio relatief slechter vergeleken met andere gebieden in Nederland. Daarnaast stijgt de levensverwachting en de ervaren gezondheid van inwoners in de MRA, maar het aantal levensjaren met chronische ziekten of lichamelijke en geestelijke beperkingen neemt ook toe. De regio wil vooroplopen door in te zetten op preventie van ziekte met behulp van slimme toepassingen gebaseerd op data en AI.

In lijn met het VN-klimaatakkoord, om bij te dragen aan het beperken van de opwarming van de aarde tot ruim onder de 2 graden Celsius, willen partijen in de regio in 2050 naar nul-uitstoot van CO2 en broeikasgas gerelateerde emissies. Maar de MRA heeft een CO2 -intensieve economie en een trenddaling is nog amper in zicht in 2020. Ondanks dat de energie-efficiëntie van de regio ten opzichte van andere regio’s in Nederland relatief hoog is, vraagt de aanstaande energietransitie naar duurzame bronnen ook in de MRA inspanningen die veel verder gaan dan de eerste stappen die zijn gezet.

Global Giants

In het scenario Global Giants, linksboven in het kwadrant, is de economie top-down georganiseerd en Europa sterk verenigd. Dat betekent een wereld van grote multinationals, de global giants, die veel macht hebben. Marktdenken staat centraal, het sterke Europa richt zich vooral op economische groei om mondiaal te blijven concurreren. Lees meer over dit scenario.

European Renewal

Het scenario European Renewal, in het kwadrant rechtsboven, staat voor een wereld waarin een verenigd Europa een bottom-up georganiseerde economie en samenleving stimuleert. Nationale overheden hebben in dit scenario beperkt invloed en bewonerscollectieven nemen zelf initiatief en gemeenten en regio’s bepalen veel zelf. Lees meer over dit scenario.

International Alliances

Hiertegenover staat het scenario International Alliances, in het kwadrant linksonder: in het scenario valt Europa uiteen en de economie werkt sterk top-down, wat leidt tot een wereld van protectionisme en nationalisme, met onenigheid tussen voormalige EU-lidstaten. In deze wereld zoeken stedelijke regio’s naar allianties met andere regio’s om competitieve voordelen te kunnen behalen. Lees meer over dit scenario.

Local for Local

Het laatste scenario is Local for Local, rechtsonder in het kwadrant: een uiteenvallend Europa en een sterke bottom-up maatschappij hebben geleid tot een verdeelde wereld waarin ‘oude’ instituties, zoals overheden en grote bedrijven hebben afgedaan bij burgers, die zelf meer organiseren en een duurzame, meer lokaal georiënteerde economie vormgeven. Lees meer over dit scenario.

Kansen en uitdagingen van de scenario’s

Elk van deze scenario’s heeft zijn eigen dynamiek en eigen uitdagingen. Dit betekent dat als overheden, bedrijven en andere organisaties richting willen geven aan de transities, ze in de verschillende scenario’s verschillende accenten moeten leggen. Door dit goed te doordenken en in de regio met elkaar te bespreken zorgen we dat we voorbereid zijn op wat de toekomst ook brengt.

Elk scenario draagt zowel kansen als uitdagingen in zich voor de Metropoolregio Amsterdam, we beschrijven hieronder de belangrijkste.

In het scenario Global Giants kan de regio Amsterdam een voorloper worden met een circulaire economie en de energietransitie, maar dan moet de focus wel liggen op het rendabel maken hiervan. De regio kan bijvoorbeeld een interessant vestigings- en investeringsklimaat creëren waarin bedrijven ondersteuning krijgen bij het vormgeven van aantrekkelijke bedrijfsmodellen en businesscases. In dit scenario schuilen risico’s op grote maatschappelijke tweedelingen, hier ligt ook een grote uitdaging voor de regio.

Ook binnen het scenario European Renewal zijn er kansen als we voorop blijven lopen met de drie transities. Daarvoor moeten we wel onze aanwezigheid in Brussel (en Den Haag) versterken en samenwerken met andere regio’s met dezelfde visie. Dan kunnen we namelijk invloed uitoefenen op nieuw Europees beleid en internationale standaarden. Bedrijven en kennisinstellingen zijn groot en kunnen volop profiteren van innovatiesubsidies.

In het scenario International Alliances is de uitdaging om samenwerking met andere (internationale) regio’s te zoeken om de transities te versnellen. Daarbij moeten traditionele organisaties worden gestimuleerd om écht te innoveren en maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en om burgers mee te nemen in de energie- en circulaire transitie. De nationale overheid kan zeer gericht inzetten op transities. In dit scenario heeft duurzaamheid of een verantwoorde digitale stad alleen een kans als er een rendabele businesscase voor is.

In het scenario Local for Local verduurzamen inwoners en bedrijven zelfstandig, waardoor er veel kleine initiatieven ontstaan. De uitdaging voor organisaties als de Amsterdam Economic Board is in dit scenario om deze initiatieven te verbinden en te faciliteren, zodat niet elk initiatief tegen dezelfde obstakels aanloopt. Een andere uitdaging in dit scenario is infrastructuur: er moeten partijen opstaan die zorgen voor digitale connectiviteit, maar bijvoorbeeld ook voor het inzamelen van afval. Sommige lokale initiatieven zijn te klein om rendabel te zijn, daarvoor kan samenwerking met buurgemeenten of buurregio’s ook relevant zijn. Doordat alles lokaal en klein georganiseerd is, is het moeilijker om goed geschoold personeel te vinden en te behouden, dus daar kunnen ook maatregelen op genomen worden.

Er zijn ook uitdagingen die in elk scenario gelden. Hoe zorgen we voor invloed op het ontwikkelen van regelgeving en (internationale) standaarden ? Of, hoe zorgen we voor voldoende experimenteerruimte? Maar vooral: hoe zorgen we voor de juiste randvoorwaarden om het benodigde talent om de transities te versnellen en vorm te geven, uit binnen- en buitenland aan te trekken en te behouden?

Hoe nu verder?

De geschetste scenario’s zijn verkenningen van meerdere, denkbare toekomsten op hoofdlijnen. Ze schetsen verschillende krachtenvelden waarbinnen de circulaire, energie- en digitale transitie kunnen plaatsvinden. Bedrijven, overheden en andere organisaties kunnen hun strategieën toetsen aan de verschillende scenario’s om zo toekomstbestendigere beslissingen te kunnen nemen.

Ook nu in 2020 het coronavirus en de economische maatregelen onze maatschappij ontwrichten, kunnen toekomstscenario’s helpen om acties te toetsen op hun lange termijn effecten. Omdat het internationale speelveld op dit moment volop in beweging is, is het zinvol om te zoeken naar mogelijkheden die in meer dan één scenario robuust zijn of die de belangrijkste negatieve effecten van een scenario voorkomen.

“Sta je net aan het begin van een strategische discussie over de toekomst, dan kun je de scenario’s uitstekend gebruiken om je te inspireren en om (nieuwe) handelingsopties te bedenken”, zegt Martijn van Vliet, hoofdeconoom bij de gemeente Amsterdam. Van Vliet was ook betrokken bij het opstellen van de scenario’s. “Als je eigenlijk al een fase verder bent, en bijvoorbeeld al concrete beleidsplannen of andersoortige acties hebt, dan kun je de scenario’s juist goed gebruiken als toetsingskader.”

De scenario’s helpen ook bij het signaleren van potentiële frictiepunten. Van Vliet: “Neem inclusiviteit: die komt in het geding bij economisch gunstige scenario’s als Global Giants en European Renewal, doordat in die scenario’s waarin marktwerking sterk is de prijzen van bijvoorbeeld vastgoed sterk zullen stijgen. Voor grote groepen is er dan minder betaalbare woonruimte beschikbaar. Hiermee komt de diversiteit van de stad onder druk te staan en wordt de economische weerbaarheid op langere termijn bedreigd.”

De toekomst van de toekomstscenario’s

Rijk van Ark, directeur van het MRA-bureau, vindt de scenario’s krachtig als toetsingskader van de strategische agenda van de Metropoolregio Amsterdam. “Ze helpen bij het bepalen welke strategierisico’s er kleven aan voorliggende keuzes. Soms kunnen er kleine zaken worden aangepast in inhoud, timing of fasering, om de keuzes robuuster te maken in alle scenario’s.”

En dat is precies het doel van de scenario’s: de Metropoolregio Amsterdam helpen grip te krijgen op een onvoorspelbare toekomst. Wendbaar kunnen reageren op de veranderende wereld om ons heen. Of dat nu een langjarige trend is, of een chaotische crisissituatie.

De toekomst bevat hoogstwaarschijnlijk elementen van de scenario’s, maar in welke verhoudingen? Dat is deels afhankelijk van keuzes die we zelf maken, maar er zullen ook, net als de coronacrisis of de Brexit, gebeurtenissen plaatsvinden, die we niet (kunnen) voorzien.

In de komende jaren gaat de Board de scenario’s verder verdiepen op de drie grote transities voor de regio: de circulaire transitie, de energietransitie en de digitale transitie. Hoe ziet de digitale transitie eruit in het scenario European Renewal? En hoe ziet circulariteit eruit in het scenario Global Giants?

Ook organiseren we als Board met ons kennisnetwerk Future Labs regelmatig gesprekken over trends, ontwikkelingen en scenario’s richting 2040. Zo bouwen we een netwerk op van strategen en kennis professionals die actief bouwen aan de toekomst van de slimme, groene en gezonde metropoolregio Amsterdam.

In die samenwerking zit volgens MRA-directeur Van Ark precies de kracht van de scenario’s: “Het feit dat naast de overheid ook kennisinstellingen en het bedrijfsleven zijn betrokken bij de ontwikkeling van de scenario’s, maakt hun relevantie als toetsingskader groter”.

Eindredactie: Mirjam Streefkerk

9 juni 2020

Meer weten over

Neem contact op

Blijf jij ook op de hoogte?

8x per jaar nieuws en events uit de regio: schrijf je in voor de Board Update nieuwsbrief

Deel dit artikel

#slimgroengezond

Wil je meer van dit soort artikelen?
Volg ons dagelijks op LinkedIn en schrijf je in voor onze Board Update.

Lees ook deze berichten