Nieuwe dingen zijn vaak het mooist

In een circulaire economie herbruiken we spullen, waardoor we ze veel langer gebruiken. Dat is natuurlijk prachtig, maar het druist in tegen onze diepgewortelde waardering voor nieuwe dingen. In deze tijd van het coronavirus zie je dat een tekort of juist een overschot met onverkochte voorraad een andere dimensie toevoegt, aan een toch al duivels dilemma.

Laatst fietste ik door de P.C. Hooftstraat, hét walhalla voor mooie, nieuwe spullen. Ik reed langs de winkel van het Franse modehuis Hermès en was enorm onder de indruk van de schoonheid van de gevel. De architecten hebben een deel van de gevel opgebouwd uit glazen bakstenen en die geven de gevel een magische gloed. Het lijkt een eerbetoon aan de historische gevels van Amsterdam, en voor mij een voorbeeld van hoe schoonheid kan bekoren en aandacht trekt.

“Dat wat nieuw is, dat wat glimt, waarderen we eerder dan iets dat we al gezien hebben.”

Dat wat nieuw is, dat wat glimt, waarderen we eerder dan iets dat we al gezien hebben. Ik heb een achtergrond als industrieel ontwerper en weet dit maar al te goed. Ik ben opgeleid om unieke dingen te ontwerpen die enerzijds functioneel zijn, maar anderzijds ook gewoon mooi en aantrekkelijk zijn. Want dat verkoopt.

Wat we aanschaffen verbinden we namelijk ook aan onze identiteit. Een nieuwe keuken, een design sinaasappelpers, een mooie vaas, maar ook weer een nieuwe jas; wij laten ermee aan de buitenwereld zien wie we zijn. Dat we smaak hebben of ergens bij horen. Als spullen er na gebruik niet meer zo mooi uitzien, kopen we nieuwe. Terwijl ze nog nauwelijks aan functionaliteit hebben ingeboet en we ook niet altijd een nieuwe nodig hebben. Precies daarom baalde ik van mijn waardering voor die nieuwe Hermès-gevel. Ik vond de gevel zó mooi en hoopte eigenlijk dat ‘ie opgebouwd is uit gerecycled glas…

“Er zijn al veel plekken waar de esthetiek van hergebruik het nieuwe normaal lijkt te worden.”

Gelukkig zien we dat het anders kan. Er zijn al veel plekken waar de esthetiek van hergebruik het nieuwe normaal lijkt te worden. The Guardian publiceerde in september een lijst met de beste architectuur van de 21ste eeuw. Plaats 1 en 2 werden ingenomen door twee gebouwen waarbij van een bestaande constructie iets nieuws werd gemaakt: Tate modern in Londen en Grand Parc in Bordeaux. Architectenbureau Lacaton & Vassal — van dat laatste gebouw — heeft als motto: ‘Never demolish, never remove or replace, always add, transform, and reuse!’


De Board in de regio: Lucas Mol – Aanjager van De Groene Afslag

Dichter bij huis kreeg de volledig getransformeerde LocHal in Tilburg, een voormalige locomotiefwerkplaats, de publieksprijzen voor Beste gebouw van 2019 en haal ik zelf veel inspiratie uit De Groene Afslag in Naarden, een toffe duurzame multifunctionele ontmoetingsplek. Hier wordt zichtbaar hoe je met hergebruik een vernieuwende en esthetische waarde kunt creëren. Hier wordt zichtbaar hoe creatieve geesten juist unieke en verrassend mooie ontwerpen kunnen maken, met als basis bestaande gebouwen, spullen en materialen.

“Als we volledig circulair willen worden zullen we moeten afkicken van onze verslaving aan nieuw en anders naar kopen van (nieuwe) spullen moeten kijken.”

In mijn werk ben ik continu bezig met de transitie naar een circulaire economie. Als we volledig circulair willen worden zullen we moeten afkicken van onze verslaving aan nieuw en anders naar kopen van (nieuwe) spullen moeten kijken. Hoe krijgen we dat voor elkaar?

Digitaal: Inkopen met Impact
We organiseren binnenkort een online meetup met inkopers over duurzaam en circulair inkopen. Datum wordt nader bepaald, maar mail mij alvast je ideeën.

Wil jij voortaan ons belangrijkste nieuws in je mailbox ontvangen? Meld je dan hier aan voor onze maandelijkse Board Update.

9 april 2020

Meer weten over

Neem contact op

Deel dit artikel

#slimgroengezond

Wil je meer van dit soort artikelen?
Volg ons dagelijks op LinkedIn, X en schrijf je in voor onze Board Update.

Lees ook deze berichten